Pagina's

dinsdag 20 september 2011

Mijn ware namen.

Afgelopen zaterdag was het de eerste bijeenkomst van het nieuwe seizoen. We waren blij elkaar weer te zien. Het was een feestelijke bijeenkomst: 4 aspirantleden waren aanwezig en het was de verjaardag van Bart. Volgende maand zullen weer twee aspirantleden komen kijken. Wat een mooie ontwikkeling dat er zoveel aandacht is voor meditatie en aandachtigheid en dat zoveel nieuwe mensen willen onderzoeken of ze bij ons willen horen. Ze zijn in ieder geval van harte welkom.

De geleide meditatie was geinspireerd op het gedicht van Thich Nhat Hahn Noem me bij mijn ware namen.
We sloten de meditatie af met het zingen van het lied op Avalokisteshvara, de boddhisatva van het mededogen. Else Marijke begeleidde het prachtig op haar harp. 

Op verzoek van een aantal leden van de Sangha plaats ik het gedicht hier op het weblog:

Zeg niet dat ik morgen ga
als zelfs vandaag nog komen moet.
Kijk naar me: elke seconde verschijn ik hier
om een knop aan een lentetak te zijn,
een vogel met nog tere vleugels
die in mijn nieuwe nest leert zingen,
om een rups te zijn in het hart van een bloem,
een juweel omgeven door gesteente.

Altijd nog kom ik om te lachen en te huilen,
te vrezen en te hopen.
Het ritme van mijn hart is het komen en gaan
van al wat leeft.

Ik ben de eendagsvlieg die van gedaante wisselt
op het water van de rivier.
En ik ben de vogel die een duikvlucht maakt
om de vlieg te verorberen.

Ik ben de kikker die vrolijk zwemt
in het heldere water van een vijver.
En ik ben de ringslang die stilletjes
zich voedt met de kikker.

Ik ben het kind in Oeganda, vel over been,
mijn benen als dunne bamboe.
En ik ben de wapenkoopman,
die dodelijk wapentuig aan Oeganda verkoopt.

Ik ben het meisje van twaalf,
een bootvluchteling die zich in zee stort
na te zijn verkracht door een piraat.
En ik ben de piraat,
met een hart dat niet zien kan
niet liefhebben kan.

Ik ben lid van het politbureau
met macht in mijn handen.
En ik ben de man die zijn bloedschuld
aan mijn volk moet betalen
dat langzaam sterft in een werkkamp.

Mijn vreugde is als de lente, zo warm
dat de bloemen overal op aarde ontluiken.
Mijn pijn is als een rivier van tranen,
zo onmetelijk dat zij alle oceanen vult.

Noem me daarom bij mijn ware namen, alsjeblieft,
zodat ik al mijn huilen en lachen tezamen hoor,
zodat mijn vreugde en pijn één zijn.

Noem me bij mijn ware namen, alsjeblieft,
zodat ik kan ontwaken
en de deur van mijn hart open kan staan,
de deur van mededogen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten