Het slot van de soetra, die we al een tijd bestuderen. Wij observeren, dat wil zeggen, onze geest observeert alle verschijnselen die zich voordoen:
- het lichaam
- de gevoelens
- de geest
- de objecten van de geest, zoals behandeld in deze soetra en worden en één mee.
Die een worden wordt aangeduid met:
Het observeren van het lichaam in het lichaam
het observeren van de gevoelens in de gevoelens
het observeren van de geest in de geest
het observeren van de objecten van de geest in de objecten van de geest
Deze versmelting ven de observerend geest met alle genoemde verschijnselen, wil zeggen dat alles geest is, op komt in de geest. Alles wat bestaat kot op in de geest is geest. Maar het woord versmelten is niet juist want alleen ons eigen dualistische denken heeft ons altijd afgescheiden en apart gehouden.
Arthur las het volgend voor uit Het oog slaapt nooit van Gempo Merzel
…Soms vergelijk ik het met sneeuw. Als het hele land door
sneeuw bedekt is, kunnen we allerlei sneeuwpoppen maken: een postbode, een
agent, een kerstman, een kind, een hond, een kat, een moordenaar, een Jeanne
d’Arc enz. Deze diverse gedaanten lijken verschillend in vorm en grootte,
toch zijn ze uit één grondstof gemaakt: sneeuw. Als je deze
eenheid van grondstof beseft, bevrijd je jezelf. Als we allemaal uit dezelfde
materie zijn gemaakt, als alles voortkomt uit één enkele bron, dan
is alles niets anders dan deze stof, van binnen en van
buiten. De zesde patriarch noemde het geestes-essentie. Anderen noemden het
“wezenlijke aard”. Hier noemt de derde patriarch het “tijdloze essentie van het
zelf”. Bankei noemde het” ongeboren
boeddha-geest”. Allen bedoelen zij hetzelfde:
de boeddha-natuur, het ware zelf.
Deze essentie werd niet geboren en kan nooit sterven. Zij
bestaat eeuwig. Sommigen noemen haar energie; anderen noemen haar geest. Maar
wat is zij? Niemand weet het. Elk idee dat wij over haar hebben, kan alleen
maar een analogie zijn, zoals sneeuw. Ook Boeddha gebruikte een analogie. Stel
je voor dat de hele wereld van goud was gemaakt, zei hij. Goud in verschillende
verschijningen,
Verschillende vormen, verschillende afmetingen maar steeds
een vorm van goud. Zo ben jij, zo is alles, puur goud. Dat is de
boeddha-natuur.
Dit nam de Sangha mee bij de loopmeditatie in het park
Het beeld dat vaak wordt gebruikt om de twee dimensies van het leven aan te geven, is dat van water en golven. Op het wateroppervlak zijn veel golven - sommige zijn hoog, sommige laag, sommige mooi, sommige minder mooi. Ze hebben alle een begin en een einde. Maar als je in de diepte schouwt, zie je dat de golven alleen uit water bestaan en vanuit het gezichtspunt van water is er geen begin, geen einde, geen op en geen neer, geen geboorte en geen dood.
Loop als kus je de aarde met je voeten, als masseer je de aarde met iedere voetstap.
Ik ben thuis.